Information du mot toekijken (néerlandais → espéranto: observi)

Synonymes: gadeslaan, in acht nemen, observeren, toezien, waarnemen, houden

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈtukɛi̯kə(n)/
Césuretoe·kij·ken

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) kijk toe(ik) keek toe
(jij) kijkt toe(jij) keek toe
(hij) kijkt toe(hij) keek toe
(wij) kijken toe(wij) keken toe
(jullie) kijken toe(jullie) keken toe
(gij) kijkt toe(gij) keekt toe
(zij) kijken toe(zij) keken toe
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) toekijke(dat ik) toekeke
(dat jij) toekijke(dat jij) toekeke
(dat hij) toekijke(dat hij) toekeke
(dat wij) toekijken(dat wij) toekeken
(dat jullie) toekijken(dat jullie) toekeken
(dat gij) toekijket(dat gij) toekeket
(dat zij) toekijken(dat zij) toekeken
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
kijk toekijkt toe
Participes
Participe présentParticipe passé
toekijkend, toekijkende(hebben) toegekeken

Exemples d’usage

Met grote belangstelling keken ze toe.
Arles ging op een bank zitten en bleef toekijken.
Zit stil en kijkt toe.
„Voorzichtig toch, heren”, drong Joost aan, die bekommerd toekeek.

Traductions

afrikaanswaarneem
allemandbeaufsichtigen; beobachten; betrachten; verfolgen; halten; zusehen
anglaiswatch
catalanobservar; vigilar
espagnolcumplir; observar
espérantoobservi
françaisobserver
frison occidentalobservearje; hâlde
frison saterlandbeapsichtigje; beooboachtje; betrachtje; ferfoulgje; foarhääbe; inspizierje; ju Apsicht hääbe; musterje
italienosservare
papiamentoopservá
portugaisobservar
roumainobserva; urmări
suédoisobservera