Informo pri la vorto bekennen (nederlanda → esperanto: konfesi)

Sinonimoj: erkennen, opbiechten, toegeven

Vortspecoverbo
Prononco/bəˈkɛnə(n)/
Dividobe·ken·nen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) beken(ik) bekende
(jij) bekent(jij) bekende
(hij) bekent(hij) bekende
(wij) bekennen(wij) bekenden
(jullie) bekennen(jullie) bekenden
(gij) bekent(gij) bekendet
(zij) bekennen(zij) bekenden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) bekenne(dat ik) bekende
(dat jij) bekenne(dat jij) bekende
(dat hij) bekenne(dat hij) bekende
(dat wij) bekennen(dat wij) bekenden
(dat jullie) bekennen(dat jullie) bekenden
(dat gij) bekennet(dat gij) bekendet
(dat zij) bekennen(dat zij) bekenden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
bekenbekent
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bekennend, bekennende(hebben) bekend

Uzekzemploj

Bekent ge het u ten laste gelegde?
Wij houden er hier niet van dat men bekent voordat men beschuldigd is.

Tradukoj

afrikansoerken; bieg; bely
anglaconfess; acknowledge; plead guilty; admit
danabekende; tilstå
esperantokonfesi
francaavouer
germanaanerkennen; gestehen; eingestehen; zugeben; bekennen; beichten
hispanaconfesar; declarar
italaconfessare
okcidenta frizonabelide; tajaan
papiamentorekonosé
portugalaconfessar; professar; reconhecer
saterlanda frizonaanärkanne; gestounde
svedabekänna