Informo pri la vorto oppassen (nederlanda → esperanto: atenti)

Sinonimoj: acht geven op, acht slaan op, in de gaten houden, letten op, opletten, oppassen voor, passen op, aandacht schenken aan

Vortspecoverbo
Prononco/ˈɔpɑsə(n)/
Dividoop·pas·sen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) pas op(ik) paste op
(jij) past op(jij) paste op
(hij) past op(hij) paste op
(wij) passen op(wij) pasten op
(jullie) passen op(jullie) pasten op
(gij) past op(gij) pastet op
(zij) passen op(zij) pasten op
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) oppasse(dat ik) oppaste
(dat jij) oppasse(dat jij) oppaste
(dat hij) oppasse(dat hij) oppaste
(dat wij) oppassen(dat wij) oppasten
(dat jullie) oppassen(dat jullie) oppasten
(dat gij) oppasset(dat gij) oppastet
(dat zij) oppassen(dat zij) oppasten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
pas oppast op
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
oppassend, oppassende(hebben) opgepast

Uzekzemploj

Pas jij maar op voor die stroper.
Hij moest oppassen, want ergens voor hem uit, hoorde hij stemmen.
Pas op dat je niet uitglijdt!
Iedereen die met hem aan tafel zat, wist dat hij op moest passen wat hij deed of zei.

Tradukoj

anglamind
danaforvente
esperantoatenti; atenti pri
feroageva gætur
francasurveiller
germanaachtgeben; aufpassen; beachten; zusehen; aufpassen auf; Obacht geben; Obacht geben auf; beherzigen
grekaαναμένω; περιμένω
hispanaatender; atender a; estar atento; tener cuidado
italaaspettare; attendere
malajamenanti
okcidenta frizonaacht jaan
papiamentopaga tinu
polauważać; zwracać uwagę
portugalaatender; fixar a atenção em; prestar a atenção
saterlanda frizonaappaasje; beoachtje; oachtreeke; toukiekje
skotatak tent o
surinamawakti
svedabeakta
tajaใส่ใจ
turkaaldırmak