Informo pri la vorto bijvoegen (nederlanda → esperanto: aldoni)

Sinonimoj: bijdoen, bijmengen, toegeven, toevoegen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈbɛi̯vuɣə(n)/
Dividobij·voe·gen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) voeg bij(ik) voegde bij
(jij) voegt bij(jij) voegde bij
(hij) voegt bij(hij) voegde bij
(wij) voegen bij(wij) voegden bij
(jullie) voegen bij(jullie) voegden bij
(gij) voegt bij(gij) voegdet bij
(zij) voegen bij(zij) voegden bij
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) bijvoege(dat ik) bijvoegde
(dat jij) bijvoege(dat jij) bijvoegde
(dat hij) bijvoege(dat hij) bijvoegde
(dat wij) bijvoegen(dat wij) bijvoegden
(dat jullie) bijvoegen(dat jullie) bijvoegden
(dat gij) bijvoeget(dat gij) bijvoegdet
(dat zij) bijvoegen(dat zij) bijvoegden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
voeg bijvoegt bij
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
bijvoegend, bijvoegende(hebben) bijgevoegd

Tradukoj

afrikansobyvoeg; toevoeg
anglaadd; append
danatilføje
esperantoaldoni
feroaleggja afturat
finnalisätä
francaadjoindre; ajouter; joindre
germanaaddieren; beifügen; zufügen; hinzutun; zugeben; anfügen; hinzufügen; beilegen; ergänzen; hinzusetzen
hispanaañadir
hungarahozzáad
islandabæta við
italaaggiungere
katalunaafegir
latinoaccensere; accommodare; addere
okcidenta frizonabydwaan
papiamentoagregá; añadí
platgermanabyvögen
portugalaacrescentar; adicionar; ajuntar
rumanaadăuga
saterlanda frizonaaddierje; bietoureekenje
svedabifoga
tajaเจือ; ต่อ; ใส่