Informo pri la vorto ontsnappen (nederlanda → esperanto: eskapi)

Sinonimoj: ervandoor gaan, ontgaan, ontkomen, wegkomen, ontglippen

Vortspecoverbo
Prononco/ɔntˈsnɑpə(n)/
Dividoont·snap·pen

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) ontsnap(ik) ontsnapte
(jij) ontsnapt(jij) ontsnapte
(hij) ontsnapt(hij) ontsnapte
(wij) ontsnappen(wij) ontsnapten
(jullie) ontsnappen(jullie) ontsnapten
(gij) ontsnapt(gij) ontsnaptet
(zij) ontsnappen(zij) ontsnapten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) ontsnappe(dat ik) ontsnapte
(dat jij) ontsnappe(dat jij) ontsnapte
(dat hij) ontsnappe(dat hij) ontsnapte
(dat wij) ontsnappen(dat wij) ontsnapten
(dat jullie) ontsnappen(dat jullie) ontsnapten
(dat gij) ontsnappet(dat gij) ontsnaptet
(dat zij) ontsnappen(dat zij) ontsnapten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
ontsnapontsnapt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
ontsnappend, ontsnappende(zijn) ontsnapt

Uzekzemploj

En ook daaruit ben ik ontsnapt.
Als we konden ontnappen, zouden we die voorraden in brand kunnen steken.
Hij is ons ontsnapt.
Hij had niet veel hoop meer dat hij zou ontsnappen.
De twee ontsnapte gevangenen zijn nog niet teruggevonden.
Neem je ellendige bende mee en ontsnap!

Tradukoj

afrikansoontsnap
anglaescape
danaundfly; undkomme
esperantoeskapi
feroasleppa
finnapäästä karkuun
francaéchapper; s’échapper
germanaentkommen; entrinnen; entwischen; entfliehen; fliehen; entgehen; ausweichen
hispanaescapar
jamajka-kreolaekskiep
katalunadefugir; eludir; evadir
okcidenta frizonaûntkomme
papiamentohui
portugalaescapar; escapar de
rumanaevada; fugi
svedarymma; undkomma