Informo pri la vorto kalmeren (nederlanda → esperanto: kvietiĝi)

Sinonimoj: bedaren, bekoelen, luwen, tot rust komen, uitrazen, uitwoeden, verstillen

Vortspecoverbo
Prononco/kɑlˈmerə(n)/
Dividokal·me·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) kalmeer(ik) kalmeerde
(jij) kalmeert(jij) kalmeerde
(hij) kalmeert(hij) kalmeerde
(wij) kalmeren(wij) kalmeerden
(jullie) kalmeren(jullie) kalmeerden
(gij) kalmeert(gij) kalmeerdet
(zij) kalmeren(zij) kalmeerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) kalmere(dat ik) kalmeerde
(dat jij) kalmere(dat jij) kalmeerde
(dat hij) kalmere(dat hij) kalmeerde
(dat wij) kalmeren(dat wij) kalmeerden
(dat jullie) kalmeren(dat jullie) kalmeerden
(dat gij) kalmeret(dat gij) kalmeerdet
(dat zij) kalmeren(dat zij) kalmeerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
kalmeerkalmeert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
kalmerend, kalmerende(zijn) gekalmeerd

Uzekzemploj

Dat was te veel voor ze en ze kalmeerden.

Tradukoj

anglaquiet down; quiet; quieten
esperantokvietiĝi
germanasich beruhigen; sich besänftigen; sich legen; nachlassen
grekaκαταργούμαι; κοπάζω; μειώνομαι
hispanacalmarse; sosegarse