Información sobre la palabra horloge (neerlandés → Esperanto: horloĝeto)

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/ɦɔrˈlozjə/
Separaciónhor·lo·ge
Géneroneutro
Pluralhorloges

Muestras de uso

Hij raadpleegde weer zijn horloge.
Toen hij op zijn horloge keek, ontdekte Anthony dat het bijna negen uur was, en hij besloot het diner op zijn kamer te gebruiken.
Sam keek op zijn horloge en zag tot zijn verbazing dat het bijna drie uur in de middag was.

Traducciones

afrikáanshorlosie
alemánUhr
checohodinky
danésur
españolreloj
esperantohorloĝeto
francésmontre
frisón de SaterlandHalloosje
frisón occidentalhorloazje
griegoρολόι
ingléswatch
italianoorologio
papiamentooloshi
polacozegarek
portuguésrelógio
sranan tongooloysi
suajilisaa
suecoklocka; ur