Información sobre la palabra wijden (neerlandés → Esperanto: dediĉi)

Sinónimos: spanderen, spenderen, toewijden

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈʋɛi̯də(n)/
Separaciónwij·den

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) wijd(ik) wijdde
(jij) wijdt(jij) wijdde
(hij) wijdt(hij) wijdde
(wij) wijden(wij) wijdden
(jullie) wijden(jullie) wijdden
(gij) wijdt(gij) wijddet
(zij) wijden(zij) wijdden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) wijde(dat ik) wijdde
(dat jij) wijde(dat jij) wijdde
(dat hij) wijde(dat hij) wijdde
(dat wij) wijden(dat wij) wijdden
(dat jullie) wijden(dat jullie) wijdden
(dat gij) wijdet(dat gij) wijddet
(dat zij) wijden(dat zij) wijdden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
wijdwijdt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
wijdend, wijdende(hebben) gewijd

Muestras de uso

Acht hoofdstukken zijn aan de planeten en de sterren gewijd.

Traducciones

alemánweihen; widmen; zueignen; dedizieren
catalándedicar
españoldedicar
esperantodediĉi
feroéslata; ogna
francésconsacrer; dédier
frisón de Saterlandtou‐oainje; wäie; widmje
húngarodedikál; szentel
inglésdedicate; devote
polacodedykować; poświęcać
portuguésconsagrar; dedicar; oferecer; votar
suecoägna
tailandésทุ่มเท