Información sobre la palabra determineren (neerlandés → Esperanto: determini)

Sinónimos: nauwkeurig bepalen, op naam brengen, bepalen, vaststellen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/detɛrmiˈnerə(n)/
Separaciónde·ter·mi·ne·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) determineer(ik) determineerde
(jij) determineert(jij) determineerde
(hij) determineert(hij) determineerde
(wij) determineren(wij) determineerden
(jullie) determineren(jullie) determineerden
(gij) determineert(gij) determineerdet
(zij) determineren(zij) determineerden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) determinere(dat ik) determineerde
(dat jij) determinere(dat jij) determineerde
(dat hij) determinere(dat hij) determineerde
(dat wij) determineren(dat wij) determineerden
(dat jullie) determineren(dat jullie) determineerden
(dat gij) determineret(dat gij) determineerdet
(dat zij) determineren(dat zij) determineerden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
determineerdetermineert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
determinerend, determinerende(hebben) gedetermineerd

Traducciones

afrikáansbepaal; vasstel
alemánanberaumen; determinieren; bestimmen; festlegen; festsetzen; abgrenzen; ermitteln
bajo sajónbepålen
catalándeterminar
checostanovit; určit; ustanovit
españoldeterminar
esperantodetermini
feroésgera av; siga greiniliga
francésdéterminer
frisón de Saterlanddeterminierje
húngarodeterminál
inglésdetermine
polacodeterminować; ustalać
portuguésdefinir; determinar; fixar
rumanodetermina; fixa