Informatie over het woord bloeden (Nederlands → Esperanto: sangadi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbludə(n)/
Afbrekingbloe·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bloed(ik) bloedde
(jij) bloedt(jij) bloedde
(hij) bloedt(hij) bloedde
(wij) bloeden(wij) bloedden
(jullie) bloeden(jullie) bloedden
(gij) bloedt(gij) bloeddet
(zij) bloeden(zij) bloedden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bloede(dat ik) bloedde
(dat jij) bloede(dat jij) bloedde
(dat hij) bloede(dat hij) bloedde
(dat wij) bloeden(dat wij) bloedden
(dat jullie) bloeden(dat jullie) bloedden
(dat gij) bloedet(dat gij) bloeddet
(dat zij) bloeden(dat zij) bloedden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bloedend, bloedende(hebben) gebloed

Vertalingen

Duitsbluten
Engelsbleed
Esperantosangadi
Westerlauwers Friesbliede