Informatie over het woord verlammen (Nederlands → Esperanto: paralizi)

Synoniem: lamleggen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verlam(ik) verlamde
(jij) verlamt(jij) verlamde
(hij) verlamt(hij) verlamde
(wij) verlammen(wij) verlamden
(jullie) verlammen(jullie) verlamden
(gij) verlamt(gij) verlamdet
(zij) verlammen(zij) verlamden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verlamme(dat ik) verlamde
(dat jij) verlamme(dat jij) verlamde
(dat hij) verlamme(dat hij) verlamde
(dat wij) verlammen(dat wij) verlamden
(dat jullie) verlammen(dat jullie) verlamden
(dat gij) verlammet(dat gij) verlamdet
(dat zij) verlammen(dat zij) verlamden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verlamverlamt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verlammend, verlammende(hebben) verlamd

Vertalingen

Duitslähmen; lahm legen; paralysieren
Engelsparalyse
Esperantoparalizi
Fransparalyser
Papiamentsparalisá
Portugeesentorpecer; paralisar
Saterfrieslom lääse; loomje; paralysierje
Spaansparalizar
Tsjechischochromit; paralyzovat
Westerlauwers Friesferlamje
Zweedsförlama