Informatie over het woord krachteloos (Nederlands → Esperanto: senforta)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈkrɑxtəlos/
Afbrekingkrach·te·loos

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudkrachteloze
Onzijdig enkelvoudkrachteloos
Meervoudkrachteloze
Bepaaldkrachteloze
Partitiefkrachteloos

Voorbeelden van gebruik

Hij trachtte zijn zwaard weer op te heffen, maar het viel uit zijn krachteloze handen.
Hij gaf me een krachteloze hand en zei: „Aangenaam, meneer Hastings.”

Vertalingen

Duitskraftlos; von Kraften; matt
Esperantosenforta
Zweedskraftlös