Synoniemen: doorgaan met, onderhóúden, verder gaan met, vervolgen, voortgaan met, voortvaren, laten voortduren
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈvortxan/ |
---|
Afbreking | voort·gaan |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) ga voort | (ik) ging voort |
(jij) gaat voort | (jij) ging voort |
(hij) gaat voort | (hij) ging voort |
(wij) gaan voort | (wij) gingen voort |
(jullie) gaan voort | (jullie) gingen voort |
(gij) gaat voort | (gij) gingt voort |
(zij) gaan voort | (zij) gingen voort |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) voortga | (dat ik) voortginge |
(dat jij) voortga | (dat jij) voortginge |
(dat hij) voortga | (dat hij) voortginge |
(dat wij) voortgaan | (dat wij) voortgingen |
(dat jullie) voortgaan | (dat jullie) voortgingen |
(dat gij) voortgaat | (dat gij) voortginget |
(dat zij) voortgaan | (dat zij) voortgingen |
>Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
ga voort | gaat voort |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
voortgaand, voortgaande | (zijn) voortgegaan |
Ga voort, Hoebe.
Als ge op die wijze voortgaat, zal de reis voor u niet aangenaam zijn.
Deze woordenwisseling ging zo nog enige tijd voort en heer Bommels vertrouwen begon te dalen.