Informatie over het woord zaterdag (Nederlands → Esperanto: sabato)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzatərdɑx/
Afbrekingza·ter·dag
Geslachtmanlijk
Genitiefzaterdags
Meervoudzaterdagen

Voorbeelden van gebruik

Een paar dagen later was het zaterdag.
De strandtenthouders krijgen het zaterdag en zondag behoorlijk druk.
Hij hield het op de volgende zaterdag.
Dat heeft een woordvoerder van de Oostenrijkse politie zaterdag gezegd.
De politie heeft zaterdag een 43‐jarige man uit Rheden (Gelderland) aangehouden op verdenking van een gewelddadige verkrachting van een 24‐jarige vrouw vorige week in Arnhem.
Zaterdag vochten Malinese eenheden in de stad nog tegen islamistische opstandelingen.

Vertalingen

AfrikaansSaterdag
Albaneesshtunë
Catalaansdissabte
Deenslørdag
DuitsSamstag; Sonnabend
EngelsSaturday
Engels (Oudengels)Sunnanæfen; Sæternesdæg
Esperantosabato
Faeröersleygardagur
Franssamedi
Hongaarsszombat
IJslandslaugardagur
Italiaanssabato
Jamaicaans CreoolsSatide
Jiddischשבת
Latijnsabbata; sabbatum
Nederduitssünåvend; såterdag
Noorslørdag
Papiamentsdjasabra
Poolssobota
Portugeessábado
Roemeenssâmbătă
SaterfriesSabbat; Snäiwende
SchotsSeturday; Saubath
Schots-GaelischDi‐sathurna; Là na Sàbaid
Spaanssábado
Thaisวันเสาร์
Tsjechischsobota
Turkscumartesi
Welsdydd Sadwrn
Westerlauwers Friessneon
Zweedslördag; sabbat