Ynformaasje oer it wurd verkopen (Nederlânsk → Esperanto: vendi)

Synonimen: overdoen, te gelde maken, vervreemden

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vərˈkopə(n)/
Ofbrekingver·ko·pen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) verkoop(ik) verkocht
(jij) verkoopt(jij) verkocht
(hij) verkoopt(hij) verkocht
(wij) verkopen(wij) verkochten
(jullie) verkopen(jullie) verkochten
(gij) verkoopt(gij) verkocht
(zij) verkopen(zij) verkochten
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) verkope(dat ik) verkochte
(dat jij) verkope(dat jij) verkochte
(dat hij) verkope(dat hij) verkochte
(dat wij) verkopen(dat wij) verkochten
(dat jullie) verkopen(dat jullie) verkochten
(dat gij) verkopet(dat gij) verkochtet
(dat zij) verkopen(dat zij) verkochten
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
verkoopverkoopt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
verkopend, verkopende(hebben) verkocht

Foarbylden fan gebrûk

Hij heeft nog nooit één schilderij verkocht!
De computer ging door, vrolijk en enthousiast alsof hij een wasmiddel aan het verkopen was.
Ik koop, vervoer en verkoop.
Boko Haram heeft gedreigd de meisjes te verkopen.

Oarsettingen

Afrikaanskverkoop
Deensksælge
Dútskverkaufen
Esperantovendi
Fereuerskselja
Finskmyydä
Frânskvendre
Fryskferkeapje
Hongaarskárul; elad
Ingelsksell
Yslânskselja
Italjaanskvendere
Jamaikaansk Kreoolsksel
Katalaanskvendre
Latynvendere
Lúksemboarchskverkafen
Maleiskmenjual
Nederdútskverkoupen
Noarskselge
Papiamintskbende
Poalsksprzedawać
Portegeeskceder; colocar; vender
Russyskпродавать; продать
Sealterfryskferhondelje; ferklopje; ferkoopje; ferschuurje; ferskuurje
Skotsksell
Skotsk-Geliskreic
Spaanskvender
Surinaamskseri
Swahili‐uza
Sweedskavyttra; försälja; sälja
Taiskขาย
Tsjechyskprodat; prodávat; zaprodat
Turksksatmak
Welskgwerthu