Ynformaasje oer it wurd veroordelen (Nederlânsk → Esperanto: kondamni)

Synonym: doemen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vəˈrordelə(n)/
Ofbrekingver·oor·de·len

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) veroordeel(ik) veroordeelde
(jij) veroordeelt(jij) veroordeelde
(hij) veroordeelt(hij) veroordeelde
(wij) veroordelen(wij) veroordeelden
(jullie) veroordelen(jullie) veroordeelden
(gij) veroordeelt(gij) veroordeeldet
(zij) veroordelen(zij) veroordeelden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) veroordele(dat ik) veroordeelde
(dat jij) veroordele(dat jij) veroordeelde
(dat hij) veroordele(dat hij) veroordeelde
(dat wij) veroordelen(dat wij) veroordeelden
(dat jullie) veroordelen(dat jullie) veroordeelden
(dat gij) veroordelet(dat gij) veroordeeldet
(dat zij) veroordelen(dat zij) veroordeelden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
veroordeelveroordeelt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
veroordelend, veroordelende(hebben) veroordeeld

Foarbylden fan gebrûk

Hij was een paar keer veroordeeld voor smokkelen en diefstal uit de lading.
Van der Sloot werd in juli van dit jaar in hoger beroep veroordeeld tot 28 jaar cel.
Vijf mensen werden ter dood veroordeeld voor de mislukte moordpoging op de president.

Oarsettingen

Afrikaanskveroordeel; vonnis
Deenskdømme
Dútskverdammen; verurteilen; verwerfen
Esperantokondamni
Fereuerskdøma
Frânskcondamner
Fryskferoardielje
Ingelskcondemn; sentence; denounce; proscribe; convict
Italjaanskcondannare
Katalaanskcondemnar
Papiamintskkondená
Portegeeskamaldiçoar
Sealterfryskferdamme; feruurdeelje
Spaanskcondenar
Sweedskdöma
Tsjechyskodsoudit; odsuzovat