Ynformaasje oer it wurd aandoen (Nederlânsk → Esperanto: halti en)

Synonimen: stoppen in, aanlopen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈandun/
Ofbrekingaan·doen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) doe aan(ik) deed aan
(jij) doet aan(jij) deed aan
(hij) doet aan(hij) deed aan
(wij) doen aan(wij) deden aan
(jullie) doen aan(jullie) deden aan
(gij) doet aan(gij) deedt aan
(zij) doen aan(zij) deden aan
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) aandoe(dat ik) aandede
(dat jij) aandoe(dat jij) aandede
(dat hij) aandoe(dat hij) aandede
(dat wij) aandoen(dat wij) aandeden
(dat jullie) aandoen(dat jullie) aandeden
(dat gij) aandoet(dat gij) aandedet
(dat zij) aandoen(dat zij) aandeden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
doe aandoet aan
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
aandoend, aandoende(hebben) aangedaan

Foarbylden fan gebrûk

Bonaire is vorig jaar door minder cruisepassagiers aangedaan.
Je hebt Gozed nooit aangedaan?
Is Djoeba de volgende plaats die u aandoet?
Ze moesten een Franse haven aandoen voor reparatie.
Sedertdien was het eiland niet meer aangedaan.

Oarsettingen

Esperantohalti en
Frânskfaire escale à; s’arrêter à; toucher à
Ingelskcall at