Ynformaasje oer it wurd doorbuigen (Nederlânsk → Esperanto: fleksi)

Synonimen: buigen, ombuigen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈdorbœy̯ɣə(n)/
Ofbrekingdoor·bui·gen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) buig door(ik) boog door
(jij) buigt door(jij) boog door
(hij) buigt door(hij) boog door
(wij) buigen door(wij) bogen door
(jullie) buigen door(jullie) bogen door
(gij) buigt door(gij) boogt door
(zij) buigen door(zij) bogen door
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) doorbuige(dat ik) doorboge
(dat jij) doorbuige(dat jij) doorboge
(dat hij) doorbuige(dat hij) doorboge
(dat wij) doorbuigen(dat wij) doorbogen
(dat jullie) doorbuigen(dat jullie) doorbogen
(dat gij) doorbuiget(dat gij) doorboget
(dat zij) doorbuigen(dat zij) doorbogen
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
buig doorbuigt door
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
doorbuigend, doorbuigende(hebben) doorgebogen

Oarsettingen

Deenskbøje
Dútskbiegen; beugen; flektieren; krümmen
Esperantofleksi
Fereuerskbenda
Finsktaivuttaa
Frânskcourber; fléchir; ployer
Fryskferbûge
Ingelskbend
Katalaanskflectir
Latynflectere
Papiamintskdobla
Portegeeskcurvar; dobrar; torcer
Roemeenskflexa; îndoi
Russyskгнуть
Sealterfryskbeegje; flektierje
Spaanskarquear; doblar; encorvar