Ynformaasje oer it wurd spreken (Nederlânsk → Esperanto: paroli)

Synonym: praten

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈsprekə(n)/
Ofbrekingspre·ken

Foarbylden fan gebrûk

Enkele weken geleden hebben we elkaar hierover ook al gesproken.
De burgemeester wil je spreken.
Jullie spreekt het beschaafder.
Hij sprak Duits en hij had het steeds maar over een treurspel dat hij wilde schrijven.
Van sommige talen weet men alleen nog dat ze ooit gesproken werden en meer niet.
Zo sprekende stapte hij op de schouder van zijn geschokte vriend en draaide de knop om zodat de deur piepend op zijn hengsels openzwaaide.
Maar ik wil hem spreken, of hij dat nu wenst of niet.

Oarsettingen

Afrikaanskpraat
Esperantoparoli
Frânskparler
Fryskprate
Ingelskspeak; talk
Jiddyskרעדן
Noarsksnakke
Russyskговорить
Taiskพูด; เว้า