Information about the word terugkeren (Dutch → Esperanto: reveni)

Synonyms: terugkomen, wederkeren, wederkomen, weeromkomen, weerkeren

Part of speechverb
Pronunciation/təˈrɵxkerə(n)/
Hyphenationte·rug·ke·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) keer terug(ik) keerde terug
(jij) keert terug(jij) keerde terug
(hij) keert terug(hij) keerde terug
(wij) keren terug(wij) keerden terug
(jullie) keren terug(jullie) keerden terug
(gij) keert terug(gij) keerdet terug
(zij) keren terug(zij) keerden terug
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) terugkere(dat ik) terugkeerde
(dat jij) terugkere(dat jij) terugkeerde
(dat hij) terugkere(dat hij) terugkeerde
(dat wij) terugkeren(dat wij) terugkeerden
(dat jullie) terugkeren(dat jullie) terugkeerden
(dat gij) terugkeret(dat gij) terugkeerdet
(dat zij) terugkeren(dat zij) terugkeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
keer terugkeert terug
Participles
Present participlePast participle
terugkerend, terugkerende(zijn) teruggekeerd

Usage samples

De beide kunsthandelaren keerden terug naar hun pand en daalden het trapje af.
Toen Carvel naar de hut terugkeerde, alleen, met zijn revolver in de hand, stond Baree ervoor en wachtte op hem.
Zij die door de poorten van Baraddûr gaan, keren niet terug.
En toen hij terugkeerde, was dat om een bezoeker binnen te laten.
In 1813 keerde hij met zijn vader terug naar Nederland.
President Elʹcin is er net teruggekeerd per helikopter.
De zon zonk dieper en dieper, zonder dat een teken van de terugkerende spahi’s te bekennen was.

Translations

Afrikaansterugkom; terugkeer
Englishreturn
Esperantoreveni
Faeroesekoma aftur; venda við
Frenchrevenir
Germanwiederkommen; zurückkommen
Italianrivenire
Papiamentobolbe; regresá
Polishpowrócić
Portugueseregressar; voltar
Romanianse întoarce
Scotscome back
Spanishregresar; volver
Thaiกลับ; กลับมา