Information about the word galmen (Dutch → Esperanto: resoni)

Synonyms: weergalmen, weerklinken

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɣɑlmə(n)/
Hyphenationgal·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) galmt(hij) galmde
(zij) galmen(zij) galmden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) galme(dat hij) galmde
(dat zij) galmen(dat zij) galmden
Participles
Present participlePast participle
galmend, galmende(hebben) gegalmd

Usage samples

Onmiddellijk legde Sabriël de bel het zwijgen op en stopte hem weg, maar de echo’s galmden door de vallei en ze wist dat het wezen achter haar op het pad het had gehoord.

Translations

Englishresound
Esperantoresoni
Frenchrésonner
Spanishresonar