Information about the word beantwoorden (Dutch → Esperanto: reciproki)

Synonyms: terugdoen, vergelden

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈɑntʋoːrdə(n)/
Hyphenationbe·ant·woor·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) beantwoord(ik) beantwoordde
(jij) beantwoordt(jij) beantwoordde
(hij) beantwoordt(hij) beantwoordde
(wij) beantwoorden(wij) beantwoordden
(jullie) beantwoorden(jullie) beantwoordden
(gij) beantwoordt(gij) beantwoorddet
(zij) beantwoorden(zij) beantwoordden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) beantwoorde(dat ik) beantwoordde
(dat jij) beantwoorde(dat jij) beantwoordde
(dat hij) beantwoorde(dat hij) beantwoordde
(dat wij) beantwoorden(dat wij) beantwoordden
(dat jullie) beantwoorden(dat jullie) beantwoordden
(dat gij) beantwoordet(dat gij) beantwoorddet
(dat zij) beantwoorden(dat zij) beantwoordden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
beantwoordbeantwoordt
Participles
Present participlePast participle
beantwoordend, beantwoordende(hebben) beantwoord

Usage samples

Hij beantwoordde de groet met een kort handgebaar.
Zijn opgewekte glimlach werd niet beantwoord.

Translations

Englishreciprocate; answer
Esperantoreciproki
Portuguesemutuar; reciprocar