Information about the word spekken (Dutch → Esperanto: provizi)

Synonyms: bevoorraden, provianderen, stijven, voorzien van

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) spek(ik) spekte
(jij) spekt(jij) spekte
(hij) spekt(hij) spekte
(wij) spekken(wij) spekten
(jullie) spekken(jullie) spekten
(gij) spekt(gij) spektet
(zij) spekken(zij) spekten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) spekke(dat ik) spekte
(dat jij) spekke(dat jij) spekte
(dat hij) spekke(dat hij) spekte
(dat wij) spekken(dat wij) spekten
(dat jullie) spekken(dat jullie) spekten
(dat gij) spekket(dat gij) spektet
(dat zij) spekken(dat zij) spekten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
spekspekt
Participles
Present participlePast participle
spekkend, spekkende(hebben) gespekt

Translations

Catalanfornir; proveir
Englishprovide; supply; serve; administer
Esperantoprovizi
Faeroesebúgva út; gera út
Frenchmunir; pourvoir
Germananschaffen; ausstatten; versehen; versorgen
Portugueseabastecer; prover; suprir
Saterland Frisiananschafje; anskafje; besuurgje; ferschafje; ferskafje
Spanishabastecer; proveer