Information about the word verijdelen (Dutch → Esperanto: malsukcesigi)

Synonym: afwijzen

Part of speechverb
Pronunciation/vəˈrɛi̯dələ(n)/
Hyphenationver·ij·de·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verijdel(ik) verijdelde
(jij) verijdelt(jij) verijdelde
(hij) verijdelt(hij) verijdelde
(wij) verijdelen(wij) verijdelden
(jullie) verijdelen(jullie) verijdelden
(gij) verijdelt(gij) verijdeldet
(zij) verijdelen(zij) verijdelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verijdele(dat ik) verijdelde
(dat jij) verijdele(dat jij) verijdelde
(dat hij) verijdele(dat hij) verijdelde
(dat wij) verijdelen(dat wij) verijdelden
(dat jullie) verijdelen(dat jullie) verijdelden
(dat gij) verijdelet(dat gij) verijdeldet
(dat zij) verijdelen(dat zij) verijdelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verijdelverijdelt
Participles
Present participlePast participle
verijdelend, verijdelende(hebben) verijdeld

Usage samples

De vreselijke mannetjes verijdelden zijn poging echter.
De politie wist op 28 juli een overval in Zundert te verijdelen en arresteerde vijf overvallers plus de 25‐jarige bankmedewerker Lorenzo J.

Translations

Englishquash; balk; foil
Esperantomalsukcesigi