Synonyms: bijdoen, bijmengen, bijvoegen, toevoegen
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) geef toe | (ik) gaf toe |
(jij) geeft toe | (jij) gaf toe |
(hij) geeft toe | (hij) gaf toe |
(wij) geven toe | (wij) gaven toe |
(jullie) geven toe | (jullie) gaven toe |
(gij) geeft toe | (gij) gaaft toe |
(zij) geven toe | (zij) gaven toe |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) toegeve | (dat ik) toegave |
(dat jij) toegeve | (dat jij) toegave |
(dat hij) toegeve | (dat hij) toegave |
(dat wij) toegeven | (dat wij) toegaven |
(dat jullie) toegeven | (dat jullie) toegaven |
(dat gij) toegevet | (dat gij) toegavet |
(dat zij) toegeven | (dat zij) toegaven |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
geef toe | geeft toe |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
toegevend, toegevende | (hebben) toegegeven |