Information about the word bestrijden (Dutch → Esperanto: kontraŭbatali)

Synonym: het opnemen tegen

Part of speechverb
Pronunciation/bəstrɛi̯də(n)/
Hyphenationbe·strij·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bestrijd(ik) bestreed
(jij) bestrijdt(jij) bestreed
(hij) bestrijdt(hij) bestreed
(wij) bestrijden(wij) bestreden
(jullie) bestrijden(jullie) bestreden
(gij) bestrijdt(gij) bestreedt
(zij) bestrijden(zij) bestreden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bestrijde(dat ik) bestrede
(dat jij) bestrijde(dat jij) bestrede
(dat hij) bestrijde(dat hij) bestrede
(dat wij) bestrijden(dat wij) bestreden
(dat jullie) bestrijden(dat jullie) bestreden
(dat gij) bestrijdet(dat gij) bestredet
(dat zij) bestrijden(dat zij) bestreden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bestrijdbestrijdt
Participles
Present participlePast participle
bestrijdend, bestrijdende(hebben) bestreden

Usage samples

Dít is hoe je islamitische terreur bestrijdt.
Brandweerkorpsen uit de omgeving bestrijden het vuur met groot materieel.

Translations

Czechbojovat; potírat
Englishcombat; contend with; fight; fight against
Esperantokontraŭbatali
Germanankämpfen gegen; bekämpfen
Low Germanet upneamen teagen
Polishzwalczać
Portugueselutar contra; opor
Spanishcombatir