Information about the word combineren (Dutch → Esperanto: kombiniĝi)

Synonym: zich verbinden

Part of speechverb
Pronunciation/kɔmbiˈnerə(n)/
Hyphenationcom·bi·ne·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) combineert(hij) combineerde
(zij) combineren(zij) combineerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) combinere(dat hij) combineerde
(dat zij) combineren(dat zij) combineerden
Participles
Present participlePast participle
combinerend, combinerende(hebben) gecombineerd

Usage samples

De aanblik van de buitenwereld voorbij de ingang van de grot, gecombineerd met haar vermoeidheid, maakte dat ze het liefst weg zou kruipen, om eindelijk te kunnen slapen.

Translations

Englishcombine
Esperantokombiniĝi
Germaneine Verbindung eingehen; sich verbinden
Italiancombinarsi