Information about the word vastzitten (Dutch → Esperanto: esti enkarcerigita)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈvɑstsɪtə(n)/
Hyphenationvast·zit·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) zit vast(ik) zat vast
(jij) zit vast(jij) zat vast
(hij) zit vast(hij) zat vast
(wij) zitten vast(wij) zaten vast
(jullie) zitten vast(jullie) zaten vast
(gij) zit vast(gij) zat vast
(zij) zitten vast(zij) zaten vast
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vastzitte(dat ik) vastzate
(dat jij) vastzitte(dat jij) vastzate
(dat hij) vastzitte(dat hij) vastzate
(dat wij) vastzitten(dat wij) vastzaten
(dat jullie) vastzitten(dat jullie) vastzaten
(dat gij) vastzittet(dat gij) vastzatet
(dat zij) vastzitten(dat zij) vastzaten
Participles
Present participlePast participle
vastzittend, vastzittende(hebben) vastgezeten

Usage samples

Vijf relschoppers zitten nog vast.
Sindsdien zit ze vast in Wit‐Rusland.
De ouders, de 44‐jarige vader en de 43‐jarige moeder, zitten al sinds 13 mei vast.
Ledezma kreeg in 2015 huisarrest nadat hij vast had gezeten omdat hij zou hebben deelgenomen aan een mislukte coup tegen Maduro.
De man, die vrijdag rond 18:00 uur werd aangehouden, zit vast voor verder onderzoek.

Translations

Esperantoesti enkarcerigita
West Frisianfêstsitte