Information about the word verzoeken (Dutch → Esperanto: elprovi)

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈzukə(n)/
Hyphenationver·zoe·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verzoek(ik) verzoochte
(jij) verzoekt(jij) verzoochte
(hij) verzoekt(hij) verzoochte
(wij) verzoeken(wij) verzochten
(jullie) verzoeken(jullie) verzochten
(gij) verzoekt(gij) verzochtet
(zij) verzoeken(zij) verzochten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verzoeke(dat ik) verzochte
(dat jij) verzoeke(dat jij) verzochte
(dat hij) verzoeke(dat hij) verzochte
(dat wij) verzoeken(dat wij) verzochten
(dat jullie) verzoeken(dat jullie) verzochten
(dat gij) verzoeket(dat gij) verzochtet
(dat zij) verzoeken(dat zij) verzochten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verzoekverzoekt
Participles
Present participlePast participle
verzoekend, verzoekende(hebben) verzocht

Usage samples

We hebben de goden verzocht!

Translations

Afrikaansversoek
Esperantoelprovi