Information about the word opschrijven (Dutch → Esperanto: skribi)

Synonyms: schrijven, neerschrijven, neerpennen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔpsxrɛi̯və(n)/
Hyphenationop·schrij·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) schrijf op(ik) schreef op
(jij) schrijft op(jij) schreef op
(hij) schrijft op(hij) schreef op
(wij) schrijven op(wij) schreven op
(jullie) schrijven op(jullie) schreven op
(gij) schrijft op(gij) schreeft op
(zij) schrijven op(zij) schreven op
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) opschrijve(dat ik) opschreve
(dat jij) opschrijve(dat jij) opschreve
(dat hij) opschrijve(dat hij) opschreve
(dat wij) opschrijven(dat wij) opschreven
(dat jullie) opschrijven(dat jullie) opschreven
(dat gij) opschrijvet(dat gij) opschrevet
(dat zij) opschrijven(dat zij) opschreven
Imperative mood
Singular/PluralPlural
schrijf opschrijft op
Participles
Present participlePast participle
opschrijvend, opschrijvende(hebben) opgeschreven

Usage samples

Nu moet ge er u in schikken om een sprong te maken van een jaar of tien, elf ver en ge zult er tevreden mee moeten zijn dat ge alleen maar kunt gissen naar het wonderlijke leven dat Mowgli onder de wolven leidde, want, als alles daarvan werd opgeschreven, dan zou dat vele, vele boeken vullen.

Translations

Afrikaansskryf; neerskrywe; neerskryf
Englishwrite down
Esperantoskribi
Germanschreiben
Low Germanskreyven; skryven
Papiamentoskirbi; skibi
Thaiเขียนลง
West Frisianskriuwe