Information about the word aanvreten (Dutch → Esperanto: ekrodi)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈanvretə(n)/
Hyphenationaan·vre·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vreet aan(ik) vrat aan
(jij) vreet aan(jij) vrat aan
(hij) vreet aan(hij) vrat aan
(wij) vreten aan(wij) vraten aan
(jullie) vreten aan(jullie) vraten aan
(gij) vreet aan(gij) vrat aan
(zij) vreten aan(zij) vraten aan
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) aanvrete(dat ik) aanvrate
(dat jij) aanvrete(dat jij) aanvrate
(dat hij) aanvrete(dat hij) aanvrate
(dat wij) aanvreten(dat wij) aanvraten
(dat jullie) aanvreten(dat jullie) aanvraten
(dat gij) aanvretet(dat gij) aanvratet
(dat zij) aanvreten(dat zij) aanvraten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
vreet aanvreet aan
Participles
Present participlePast participle
aanvretend, aanvretende(hebben) aangevreten

Translations

Englishgnaw
Esperantoekrodi