Information about the word rondzwerven (Dutch → Esperanto: vagi)

Synonyms: dolen, dwalen, ronddolen, ronddwalen, waren, zwerven, rondwaren

Part of speechverb
Pronunciation/ˈrɔntsʋɛrvə(n)/
Hyphenationrond·zwer·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) zwerf rond(ik) zwierf rond
(jij) zwerft rond(jij) zwierf rond
(hij) zwerft rond(hij) zwierf rond
(wij) zwerven rond(wij) zwierven rond
(jullie) zwerven rond(jullie) zwierven rond
(gij) zwerft rond(gij) zwierft rond
(zij) zwerven rond(zij) zwierven rond
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) rondzwerve(dat ik) rondzwierve
(dat jij) rondzwerve(dat jij) rondzwierve
(dat hij) rondzwerve(dat hij) rondzwierve
(dat wij) rondzwerven(dat wij) rondzwierven
(dat jullie) rondzwerven(dat jullie) rondzwierven
(dat gij) rondzwervet(dat gij) rondzwiervet
(dat zij) rondzwerven(dat zij) rondzwierven
Imperative mood
Singular/PluralPlural
zwerf rondzwerft rond
Participles
Present participlePast participle
rondzwervend, rondzwervende(hebben) rondgezworven

Usage samples

Zeven jaar zwierf Cú Chulainn rond voor hij de woning van Cú Roí ontdekte.
Hij moet daar rondgezworven hebben ten tijde van het late Pleistoceen.
Hier hielden de lynxen huis en waar er lynxen rondzwerven, daar zijn ook veel konijnen.

Translations

Catalanvagar
Danishstrejfe om
Englishwander; stray
Esperantovagi
Faeroesefjakka
Finnishvaeltaa
Frencherrer; rôder; vaguer
Germanbummeln; herumschweifen; irren; streifen; umherstreifen; vagieren; umherziehen; umherwandern; umherirren; sich umhertreiben; strolchen
Latinvagari
Polishwłóczyć się
Portugueseerrar; perambular; vadiar; vagabundear; vagar
Russianблуждать; бродить
Saterland Frisianbummelje; daidelje; dweele; gängelje; klüngelje
Spanisherrar; vagabundear; vagar
Swedishirra
West Frisiandoale; doarmje; dwale; swalkje; swerve