Information über das Wort bewaren (Niederländisch → Esperanto: konservi)

Synonyme: behouden, overhouden, in stand houden

WortartVerb
Aussprache/bəˈʋaːrə(n)/
Trennungbe·wa·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) bewaar(ik) bewaarde
(jij) bewaart(jij) bewaarde
(hij) bewaart(hij) bewaarde
(wij) bewaren(wij) bewaarden
(jullie) bewaren(jullie) bewaarden
(gij) bewaart(gij) bewaardet
(zij) bewaren(zij) bewaarden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) beware(dat ik) bewaarde
(dat jij) beware(dat jij) bewaarde
(dat hij) beware(dat hij) bewaarde
(dat wij) bewaren(dat wij) bewaarden
(dat jullie) bewaren(dat jullie) bewaarden
(dat gij) bewaret(dat gij) bewaardet
(dat zij) bewaren(dat zij) bewaarden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
bewaarbewaart
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
bewarend, bewarende(hebben) bewaard

Gebrauchsbeispiele

Daar ik mij evenwel niet in uw geheimen dring, verzoek ik u het mijne te mogen bewaren.
Je kunt de geoogste bietjes binnen een week of twee opeten maar het is ook mogelijk om ze wat langer te bewaren.
Waar bewaart Goldman zijn geld?

Übersetzungen

Afrikaansin stand hou
Dänischbeholde; konservere
Deutschaufbewahren; behalten; bergen; erhalten; konservieren; bewahren; aufheben; hüten
Englischconserve; keep; maintain; preserve; save
Englisch (Altenglisch)gebeorgan
Esperantokonservi
Färöerischvarðveita
Finnischsäilyttää
Französischconserver; maintenir; retenir
Italienischconservare
Katalanischconservar
Niederdeutschbewåren
Papiamentokonservá; sobra
Portugiesischconservar; guardar
Saterfriesischapwoarje; behoolde; bewoarje; bierge; konservierje
Schwedischbehålla; förvara; konservera
Spanischconservar
Thaiไว้