Information über das Wort verschuilen (Niederländisch → Esperanto: kaŝi)

Synonyme: aan het oog onttrekken, ontveinzen, verbergen, verhelen, verstoppen, verhullen

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verschuil(ik) verschool
(jij) verschuilt(jij) verschool
(hij) verschuilt(hij) verschool
(wij) verschuilen(wij) verscholen
(jullie) verschuilen(jullie) verscholen
(gij) verschuilt(gij) verschoolt
(zij) verschuilen(zij) verscholen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verschuile(dat ik) verschole
(dat jij) verschuile(dat jij) verschole
(dat hij) verschuile(dat hij) verschole
(dat wij) verschuilen(dat wij) verscholen
(dat jullie) verschuilen(dat jullie) verscholen
(dat gij) verschuilet(dat gij) verscholet
(dat zij) verschuilen(dat zij) verscholen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verschuilverschuilt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verschuilend, verschuilende(hebben) verscholen

Übersetzungen

Dänischgemme; skjulle
Deutschbergen; hehlen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verstecken
Englischconceal; hide; bury; dissemble; secrete; cover up; hide away
Englisch (Altenglisch)hydan
Esperantokaŝi
Färöerischdylja; fjala; krógva
Finnischpiilottaa
Französischcacher
Italienischnascondere
Jiddischבאַהאַלטן
Katalanischamagar
Lateinabdere; abscondere; celare
Niederdeutschverbargen
Polnischchować; ukrywać
Portugiesischacobertar; esconder; ocultar
Rumänischascunde
Saterfriesischbierge; ferbierge; fersteete; stilken hoolde
Schwedischfördölja; gömma; hysa
Spanischesconder; ocultar
Tschechischschovat; schovávat; skrýt; skrývat
Westfriesischferbergje