Information über das Wort aandringen (Niederländisch → Esperanto: insisti)

Synonym: erop staan

WortartVerb
Aussprache/ˈandrɪŋə(n)/
Trennungaan·drin·gen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) dring aan(ik) drong aan
(jij) dringt aan(jij) drong aan
(hij) dringt aan(hij) drong aan
(wij) dringen aan(wij) drongen aan
(jullie) dringen aan(jullie) drongen aan
(gij) dringt aan(gij) drongt aan
(zij) dringen aan(zij) drongen aan
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) aandringe(dat ik) aandronge
(dat jij) aandringe(dat jij) aandronge
(dat hij) aandringe(dat hij) aandronge
(dat wij) aandringen(dat wij) aandrongen
(dat jullie) aandringen(dat jullie) aandrongen
(dat gij) aandringet(dat gij) aandronget
(dat zij) aandringen(dat zij) aandrongen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
dring aandringt aan
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
aandringend, aandringende(hebben) aangedrongen

Gebrauchsbeispiele

Ḥij vertelde me dat jij, toen erop werd aangedrongen, je mening krachtig en duidelijk, maar volstrekt beleefd naar voren hebt gebracht.
„Waar is het bouwwerk?” drong de ambtenaar Dorknoper aan.
Ik kon niet aandringen zonder argwaan te wekken.
Dring niet aan of we vliegen direct door naar Maust.

Übersetzungen

Deutschbeharren; bestehen; dringen
Englischinsist
Esperantoinsisti
Färöerischhalda upp á
Finnischvaatimalla vaatia
Französischinsister; presser
Italienischinsistere
Katalanischinsistir
Papiamentoinsistí
Portugiesischinsistir; instar
Rumänischinsista
Russischнастаивать; настоять
Saterfriesischantringe; ounhoolde; tringe; trotsje
Spanischinsistir
Thaiชัก
Westfriesischoandringe