Informasie oor die woord betrappen (Nederlands → Esperanto: surprizi)

Sinonieme: snappen, verrassen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈtrɑpə(n)/
Afbrekingbe·trap·pen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) betrap(ik) betrapte
(jij) betrapt(jij) betrapte
(hij) betrapt(hij) betrapte
(wij) betrappen(wij) betrapten
(jullie) betrappen(jullie) betrapten
(gij) betrapt(gij) betraptet
(zij) betrappen(zij) betrapten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) betrappe(dat ik) betrapte
(dat jij) betrappe(dat jij) betrapte
(dat hij) betrappe(dat hij) betrapte
(dat wij) betrappen(dat wij) betrapten
(dat jullie) betrappen(dat jullie) betrapten
(dat gij) betrappet(dat gij) betraptet
(dat zij) betrappen(dat zij) betrapten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
betrapbetrapt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
betrappend, betrappende(hebben) betrapt

Voorbeelde van gebruik

Janne had kans gezien om het adres op te sporen voor de dierenarts haar betrapt had.

Vertalinge

Afrikaansverras
Deensoverraske
Duitsbefremden; überfallen; überraschen
Engelssurprise; take unawares; take aback
Esperantosurprizi
Finsyllättää
Fransfaire une surprise à; surprendre
Hongaarsmeglep
Italiaanssorprendere
Katalaanssorprendre
Noorsoverraske
Papiamentssorprendé; sorpresá; sùrprais
Portugeessobressaltar; surpreender
Saterfriesbefroamdje; uurfaale; uurraskje
Spaanssorprender
Sweedsöverraska
Tsjeggiespřekvapit
Wes‐Friesferraskje
Yslandskoma á óvart