Informasie oor die woord bezweren (Nederlands → Esperanto: petegi)

Sinonieme: bidden, smeken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈzʋeːrə(n)/
Afbrekingbe·zwe·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) bezweer(ik) bezwoer
(jij) bezweert(jij) bezwoer
(hij) bezweert(hij) bezwoer
(wij) bezweren(wij) bezwoeren
(jullie) bezweren(jullie) bezwoeren
(gij) bezweert(gij) bezwoert
(zij) bezweren(zij) bezwoeren
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) bezwere(dat ik) bezwoere
(dat jij) bezwere(dat jij) bezwoere
(dat hij) bezwere(dat hij) bezwoere
(dat wij) bezweren(dat wij) bezwoeren
(dat jullie) bezweren(dat jullie) bezwoeren
(dat gij) bezweret(dat gij) bezwoeret
(dat zij) bezweren(dat zij) bezwoeren
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bezweerbezweert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
bezwerend, bezwerende(hebben) bezworen

Vertalinge

Afrikaanssmeek
Duitsbeschwören; flehen
Engelsbeseech; beg; implore; plead; appeal; beg for
Esperantopetegi
Faroëesbøna
Fransimplorer; solliciter
Grieksαιτούμαι
Papiamentsroga
Poolsbłagać
Portugeesimplorar; suplicar
Saterfriesbesweere; smeeke
Wes‐Friesbidde