Informasie oor die woord raken (Nederlands → Esperanto: iĝi)

Sinoniem: worden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrakə(n)/
Afbrekingra·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) raak(ik) raakte
(jij) raakt(jij) raakte
(hij) raakt(hij) raakte
(wij) raken(wij) raakten
(jullie) raken(jullie) raakten
(gij) raakt(gij) raaktet
(zij) raken(zij) raakten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) rake(dat ik) raakte
(dat jij) rake(dat jij) raakte
(dat hij) rake(dat hij) raakte
(dat wij) raken(dat wij) raakten
(dat jullie) raken(dat jullie) raakten
(dat gij) raket(dat gij) raaktet
(dat zij) raken(dat zij) raakten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
raakraakt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
rakend, rakende(zijn) geraakt

Voorbeelde van gebruik

Het huis raakte stampvol.
In Corleone in een dokter vermist geraakt.

Vertalinge

Afrikaansword
Deensblive
Duitswerden
Engelsget
Esperantoiĝi
Faroëesgerast; verða
Finstulla joksikin
Fransdevenir
Hongaarslesz
Maleisjadi
Nederduitswarden
Noorsbli
Papiamentsbira
Poolsstawać się; zostać
Portugeesacontecer
Roemeensdeveni
Saterfriesroakje; wäide
Skots-Gaeliesfàs
Spaanshacerse
Sranankon; tron
Sweedsbli; bliva
Tsjeggiesstát se
Turksolmak
Wes‐Frieswurde; reitsje
Yslandsverða