Informasie oor die woord behalen (Nederlands → Esperanto: gajni)

Sinonieme: beuren, winnen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈɦalə(n)/
Afbrekingbe·ha·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) behaal(ik) behaalde
(jij) behaalt(jij) behaalde
(hij) behaalt(hij) behaalde
(wij) behalen(wij) behaalden
(jullie) behalen(jullie) behaalden
(gij) behaalt(gij) behaaldet
(zij) behalen(zij) behaalden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) behale(dat ik) behaalde
(dat jij) behale(dat jij) behaalde
(dat hij) behale(dat hij) behaalde
(dat wij) behalen(dat wij) behaalden
(dat jullie) behalen(dat jullie) behaalden
(dat gij) behalet(dat gij) behaaldet
(dat zij) behalen(dat zij) behaalden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
behaalbehaalt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
behalend, behalende(hebben) behaald

Vertalinge

Afrikaanswen
Albaniesfitoj
Deenstjene; fortjene; vinde
Duitserringen; gewinnen; erwerben; einnehmen
Engelsgain; win
Engels (Ou Engels)earnian; gewinnan
Esperantogajni
Faroëesvinna
Finsvoittaa
Fransgagner; remporter
Italiaansguadagnare
Katalaansguanyar
Latynmerere
Luxemburgsgewannen
Nederduitswinnen
Noorsvinne; oppnå
Papiamentsgana
Poolszarabiać
Portugeesauferir; ganhar; lucrar
Roemeenscâștiga
Russiesвыигрывать
Saterfriesfertjoonje; gewinne; winne
Skots-Gaeliescoisinn
Spaansganar
Srananwini
Sweedsförtjäna
Thaiชนะ
Tsjeggiesnabýt; vyhrát; získat; zvítězit
Wes‐Friesfertsjinje