Informasie oor die woord afleren (Nederlands → Esperanto: forgesi)

Sinoniem: vergeten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfleːrə(n)/
Afbrekingaf·le·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) leer af(ik) leerde af
(jij) leert af(jij) leerde af
(hij) leert af(hij) leerde af
(wij) leren af(wij) leerden af
(jullie) leren af(jullie) leerden af
(gij) leert af(gij) leerdet af
(zij) leren af(zij) leerden af
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) aflere(dat ik) afleerde
(dat jij) aflere(dat jij) afleerde
(dat hij) aflere(dat hij) afleerde
(dat wij) afleren(dat wij) afleerden
(dat jullie) afleren(dat jullie) afleerden
(dat gij) afleret(dat gij) afleerdet
(dat zij) afleren(dat zij) afleerden
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aflerend, aflerende(zijn) afgeleerd

Vertalinge

Afrikaansvergeet
Albaniesharroj
Deensglemme
Duitsvergessen
Engelsforget
Engels (Ou Engels)forgetan
Esperantoforgesi
Faroëesgloyma
Finsunohtaa
Fransoublier
Hongaarselfelejt
Italiaansdimenticare
Katalaansoblidar
Maleislupa
Nederduitsvergeaten; vorgeaten
Noorsglemme
Papiamentslubidá
Poolszapominać
Portugeesesquecer
Roemeensuita
Saterfriesferjeete
Skotsforget
Spaansolvidar
Srananfrigiti
Sweedsglömma; uteglömma
Thaiลืม
Tsjeggieszapomenout; zapomínat
Turksunutmak
Wes‐Friesferjitte