Informasie oor die woord blijven (Nederlands → Esperanto: resti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈblɛi̯və(n)/
Afbrekingblij·ven

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) blijf(ik) bleef
(jij) blijft(jij) bleef
(hij) blijft(hij) bleef
(wij) blijven(wij) bleven
(jullie) blijven(jullie) bleven
(gij) blijft(gij) bleeft
(zij) blijven(zij) bleven
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) blijve(dat ik) bleve
(dat jij) blijve(dat jij) bleve
(dat hij) blijve(dat hij) bleve
(dat wij) blijven(dat wij) bleven
(dat jullie) blijven(dat jullie) bleven
(dat gij) blijvet(dat gij) blevet
(dat zij) blijven(dat zij) bleven
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
blijfblijft
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
blijvend, blijvende(zijn) gebleven

Voorbeelde van gebruik

Ondanks de terugtrekking blijft de regio Cherson Russisch, beweerde het Kremlin.

Vertalinge

Afrikaansbly
Duitsbleiben
Engelskeep; remain; stay
Esperantoresti