Sinonieme: opschrijven, neerschrijven, neerpennen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈsxrɛi̯və(n)/ |
---|
Afbreking | schrij·ven |
---|
Vervoeging
Aantonende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(ik) schrijf | (ik) schreef |
(jij) schrijft | (jij) schreef |
(hij) schrijft | (hij) schreef |
(wij) schrijven | (wij) schreven |
(jullie) schrijven | (jullie) schreven |
(gij) schrijft | (gij) schreeft |
(zij) schrijven | (zij) schreven |
Aanvoegende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(dat ik) schrijve | (dat ik) schreve |
(dat jij) schrijve | (dat jij) schreve |
(dat hij) schrijve | (dat hij) schreve |
(dat wij) schrijven | (dat wij) schreven |
(dat jullie) schrijven | (dat jullie) schreven |
(dat gij) schrijvet | (dat gij) schrevet |
(dat zij) schrijven | (dat zij) schreven |
Gebiedende wys |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
schrijf | schrijft |
Deelwoorde |
---|
Teenwoordige deelwoord | Verlede deelwoord |
---|
schrijvend, schrijvende | (hebben) geschreven |