Informasie oor die woord verschenen (Nederlands → Esperanto: pasinta)

Sinonieme: afgelopen, laatstleden, verleden, vervlogen, voorbij, over, achter de rug

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/vərˈsxenə(n)/
Afbrekingver·sche·nen

Voorbeelde van gebruik

Ja, hij is verschenen maandag begonnen.

Vertalinge

Afrikaansafgelope; verlede
Deensforbigangen
Duitsvorig; vergangen
Engelslast; past; passed; over
Esperantopasinta
Faroëesfarin; liðin; seinastur
Franspassé
Italiaanspassato
Papiamentspasá
Portugeespassado
Saterfriesfoarich
Spaanspasada
Sweedsförgången