Informatie over het woord ride (Westerlauwers Fries → Esperanto: rajdi)

Uitspraak/ˈridə/
Afbrekingri·de
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ryd(ik) ried /riət̯/
(do) rydst(do) riedst
(hy) rydt(hy) ried /riət̯/
(wy) ride(wy) rieden
(jimme) ride(jimme) rieden
(sy) ride(sy) rieden
Gebiedende wijs
ryd
Verleden deelwoord
(hawwe) riden
Infinitief II
riden

Voorbeelden van gebruik

De 30‐jierrige bestjoerder fan Noardeast‐Fryslân ried mei alkohol op en hie in rydbewiis dat net mear jildich wie.

Vertalingen

Afrikaansry
Esperantorajdi
Nederlandsrijden