Informatie over het woord lêze (Westerlauwers Fries → Esperanto: legi)

Uitspraak/ˈlɛːzə/
Afbrekinglê·ze
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) lês(ik) lies
(do) lêst(do) liest
(hy) lêst(hy) lies
(wy) lêze(wy) liezen
(jimme) lêze(jimme) liezen
(sy) lêze(sy) liezen
Gebiedende wijs
lês
Verleden deelwoord
(hawwe) lêzen
Infinitief II
lêzen

Voorbeelden van gebruik

Ek bygelyks Ferdinand de Jong en Jan Schokker wurde goed lêzen.

Vertalingen

Afrikaanslees
Albaneeslexoj
Catalaansllegir
Deenslæse
Duitslesen
Engelsread
Esperantolegi
Faeröerslesa
Finslukea
Franslire
Hongaarsolvas
IJslandslesa
Italiaansleggere
Jamaicaans Creoolsriid
Latijnlegere
Luxemburgsliesen
Nederduitsleasen
Nederlandslezen; aflezen
Noorslese
Papiamentslesa
Poolsczytać
Portugeesler
Roemeensciti
Russischпрочитать; читать
Saterfriesleese
Schotsread
Schots-Gaelischleugh
Spaansleer
Srananleysi
Swahili‐soma
Thaisอ่าน; อ่านหนังสือ
Tsjechischčíst; čísti; přečíst; přednášet
Turksokumak
Welsdarllen
Zweedsläsa