Informasie oor die woord Schein (Duits → Esperanto: monbileto)

Sinonieme: Bon, Banknote

Uitspraak/ʃaɪn/
Woordsoortselfstandige naamwoord
Geslagmanlik

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefScheinScheine
GenitiefScheins, ScheinesScheine
DatiefSchein, ScheineScheinen
AkkusatiefScheinScheine

Vertalinge

Afrikaansnoot
Engelsbanknote
Esperantomonbileto; bankbileto; banka bileto; bileto
Faroëespengaseðil
Italiaansbanconota
Katalaansbitllet de banc
Nederlandsbankbiljet; banknoot; briefje
Portugeescédula; nota
Roemeensbancnotă
SaterfriesBon; Jäildschien; Jäildskien
Spaansbillete de banco
Swahilinoti
Sweedssedel
Turksbanknot; kâğıt para
Wes‐Friesbriefke