Nederlânsk–Frysk wurdboek

Fryske oersetting fan it Nederlânske wurd vallen

Nederlânsk → Frysk
  
NederlânskFrysk (net rjochtstreeks oerset)Esperanto
(sneuvelen)
falle
🔗 Alles is misgegaan sinds Théodred is gevallen.
(afvallen; flikkeren; neervallen)
drippe
;
falle
🔗 Het mes liet ik vallen.
(interrumperen; onderbreken)
ôfbrekke
🔗 Waarom viel je me steeds in de rede?
oanfalle
(aangrijpen; aanpakken; attaqueren)
oanfalle
🔗 Hoorde je bij de bandieten die ons aanvielen?
(flikkeren; neervallen; vallen)
drippe
;
falle
(vermageren)
ôfklaaie
(drogen; droog worden; opdrogen; uitdrogen; verdrogen);
druie
(gebeuren; geschieden; omgaan; passeren; plaatsgrijpen; voorvallen; zich toedragen; vóórkomen)
foarfalle
; ; ;
🔗 En zo geviel het dat elf dagen na de ondergang van de stad het hoofd van hun leger de rotspoort aan het einde van het meer doortrok en de onherbergzame landen binnenreed.
(vervangen; waarnemen)
ferfange
🔗 Maar ik weet zeker dat je ons graag uit de brand haalt en voor hem invalt.
🔗 Ach, dat valt wel mee, hoor.
(frapperen)
frapi la okulojn
🔗 Eén ding viel haar direct op.
(overrompelen)
oerfalle
🔗 U overvalt mij enigszins.
fal
🔗 Een val van een trap zou de beste verklaring zijn.
(parachute)
falskerm
;
parasjute
🔗 Tom Poes bond heer Ollie snel de riemen van het valscherm om.
(in verval raken)
minder wurde
;
ôftakelje
betelber
pagebla
(bouwvallig)
boufallich
;
brekfallich
ruiniĝinta
🔗 De hut zag er nog niet erg vervallen uit.
(bouwvallig)
boufallich
;
brekfallich
ruina
🔗 In plaats van de vervallen toren die hij zich herinnerde, rees er een fraai kasteel met hoge torens uit de nevels op.
(gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; optreden; passeren; plaatsgrijpen; zich voordoen; zich toedragen; vóórkomen)
foarfalle
; ; ;
🔗 Dit alles viel voor in de derde week van Barees leven.