Nederlânsk–Frysk wurdboek
Fryske oersetting fan it Nederlânske wurd houden
Nederlânsk | Frysk (net rjochtstreeks oerset) | Esperanto |
---|---|---|
(bevatten; inhouden) | enteni | |
🔗 Putin houdt dinsdag een toespraak op het Rode Plein in Moskou. | ||
(bijhouden; vasthouden; voeren; huldigen) | ||
🔗 Hij maakte de hond los en hield hem aan de lijn naast zich. | ||
(gadeslaan; in acht nemen; observeren; waarnemen) | observearje ; | |
🔗 Kan iemand God kennen en zijn geboden niet houden? | ||
(mogen) | mogen | |
🔗 Ik houd van dichters, weet u? | ||
(beminnen; liefhebben; lieven) | leavje | |
🔗 Ik houd van je, Dave. | ||
(geven om; hechten aan) | mogen | |
🔗 Daar hielden ze van. | ||
(beminnen) | ||
🔗 Deze man hield van de mensen, hoewel hij niet die indruk maakte. | ||
acht jaan | ||
🔗 Ik geloof dat ik in de gaten word gehouden. | ||
(aanhouden; keren; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen) | ||
🔗 Met deze woorden begaf hij zich naar de gang en hield de juist passerende bediende staande. | ||
(blijven; toeven; verblijven) | bliuwe | |
🔗 Er hield zich in die streken een draak op. | ||
(arresteren; oppakken; in hechtenis nemen) | oppakke ; | |
🔗 Hij werd al op 14 april aangehouden. | ||
oanhâlde | daŭradi | |
🔗 De verwachting is dat de gladheid tot in de ochtend aanhoudt. | ||
(duren; standhouden; voortduren) | ||
(keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen) | ||
🔗 Biggles hield een taxi aan en ging terug naar zijn kantoor in Scotland Yard. | ||
benefterhâlde | kaŝgardi | |
(verzwijgen) | benefterhâlde | |
(alcoholisch) | ||
(redden) | rêde ; | |
(safe; veilig) | ; feilig | |
(houden) | ||
(volgen) | folgje | |
🔗 Sinds het KNMI het weer ging bijhouden, in 1901, was het 24 keer eerder zo vroeg zo warm. | ||
(aftrekken) | poffe | |
(bevatten; houden) | enteni | |
🔗 Daarop bood Visbhume hem een kistje te koop aan, inhoudende diverse voorwerpen die hij uit het huis van Hippolito had meegenomen. | ||
(terughouden) | ôfhâlde | |
(amuseren; vermaken) | fermeitsje | |
(doorgaan met) | ||
🔗 U onderhoudt hier een busdienst, nietwaar? | ||
(uitsteken) | útwreidzje | |
(aflopen; eindigen) | beteare | |
🔗 En daar hield ook de kennis van Thomas op. | ||
(aflaten; stoppen; uitscheiden; uitscheiden met; afbreken) | ôfbrekke | |
🔗 Het geluid hield op. | ||
neirinne | ||
🔗 Hij kan door een heleboel dingen zijn opgehouden. | ||
(aanhouden; duren; voortduren) | ||
benefterhâlde | ||
🔗 Als ik kon, zou ik het liever stilhouden. | ||
(aanhouden; keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tot staan brengen) | ||
🔗 Houd ze tegen! | ||
(detineren; inhouden) | ôfhâlde | |
🔗 Hij wendde zich om, maar een uitroep van de grijsaard hield hem terug. | ||
(houden; voeren; huldigen) | ||
🔗 Ik hield hem stevig vast. |