Nederlânsk–Frysk wurdboek

Fryske oersetting fan it Nederlânske wurd doen

Nederlânsk → Frysk
  
NederlânskFrysk (net rjochtstreeks oerset)Esperanto
(handelen; optreden; te werk gaan; handelen)
krewearje
;
(laten; maken); ;
🔗 Een nieuw geluid deed hem opschrikken.
(plaatsen; steken; stoppen; zetten)
pleatse
;
stelle
; ;
🔗 Die gaf zijn gevangenen nog goed te eten, al deed hij wat veel knoflook in de soep.
(indienen; optreden; spelen; voorstellen; brengen)
oanbiede
;
ôfbyldzje
; ; ;
🔗 Nu zal ik jullie een voorstel doen.
(maken)
oanmeistjen
suverje
🔗 Ze ging zitten voor een enorme toilettafel en begon haar haar te doen.
(begaan; maken; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren);
🔗 Wat nu te doen?
🔗 Hij deed alsof hij steeds dover werd en binnen de kortste keren hadden ze geen gesprekken meer.
(toebrengen; aandoen; stellen; afsluiten; sluiten)
🔗 Wil jij mij de eer doen om met me te trouwen?
🔗 We moeten niet praten, maar doen.
(nemen)
🔗 Marino moet zijn plicht doen en de waarheid vertellen.
(veinzen; voorgeven; voorwenden)
beare
ŝajnigi
🔗 Hij deed maar alsof hij sliep!
(aantrekken; opzetten)
oandwaan
🔗 Ga je trui aandoen.
(aangaan; doen)
🔗 Ik wil de vijand spreken die mij zoveel onrecht heeft aangedaan.
(afleggen; afzetten; uitdoen; uittrekken)
ôfdwaan
;
ôflizze
;
ôfsette
🔗 Ik ging gisteren boodschappen doen en ik durfde mijn capuchon niet af te doen.
(afhandelen; afwikkelen)
🔗 Berg je papieren op Dorknoper, dit is afgedaan.
(bijvoegen; toevoegen)
bydwaan
(dichtmaken; sluiten; toedoen)
tichtdwaan
🔗 De oude man wilde de deur weer dichtdoen maar Cugel zette zijn voet ertussen.
(aanmaak; vervaardiging; maken; doen)
oanmeistjen
🔗 Met holle ogen staarde hij naar de doening van de geleerde, die hem geheel vergeten scheen te zijn.
aksje
🔗 Ik kan niet tegen dit gedoe.
(deelnemen; deelnemen aan)
dielnimme
🔗 Hoe doet u mee?
(openen; openmaken; openstellen; openslaan; aanbreken)
slute
🔗 Ga opendoen!
(verkopen)
(belonen; lonen; vergelden; wedervergelden)
beleanje
;
leanje
(dichtdoen; dichtmaken; sluiten)
tichtdwaan
aksje
🔗 Hij bevond zich twintig voet van de plaats waar hij die eerste maal, ook al door toedoen van Iucounu, was neergezet.
toedoen
help
(afdoen; afleggen; afzetten; uittrekken)
ôfdwaan
;
ôflizze
;
ôfsette
🔗 Donner zal zijn vest uitdoen.
(blussen; doven; uitblussen; uitdoven; uitmaken)
dôvje
;
dwêste
🔗 Doe die toorts uit voor we stikken!
(opmaken; verknoeien; verkwisten; vermorsen; verspillen)
ferdwaan
🔗 Hij had tijd genoeg, maar hij was niet van plan die tijd te verdoen.
(betalen)
🔗 In dat geval zal ik mijn rekening nu voldoen met dit bosje stro.
(opruimen; verwijderen; wegruimen)
ôfskaffe
;
ôftankje
🔗 Doe dat wapen weg en wij zullen vrienden blijven.