Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord zich optrekken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(versnellen; accelereren);
pick up
(ophalen)
🔗 Hij trok de wenkbrauwen op en staarde misprijzend naar het voedsel.
(bouwen);
🔗 Het hout, waarvan dit gebouw was opgetrokken, was nieuw.

NederlandsEngels
zich optrekken pull oneself up
optrekken accelerate; cock; consort; draw; draw up; gather up; hitch up; hunch; lift; pick up; pull ahead; pull away; pull up; put up; raise; run up; turn up; shrug; march